De opkomst van media en de digitalisering hebben grote impact op onze samenleving. Media zijn blijvend in beweging en nemen een steeds centralere rol in ons leven in. Jongeren kunnen via de huidige media eenvoudig zelf actief deelnemen en informatie aanbieden. Het is daarom belangrijk dat zij leren om kritisch met media om te gaan en de kansen te benutten die media bieden, zodat zij actief kunnen deelnemen aan de snel veranderende samenleving.
Mediawijsheid hoort bij de opvoeding van jongeren; zowel thuis als op school moet er aandacht zijn voor dit onderwerp. Deze doorgaande lijn mediawijsheid is een praktisch hulpmiddel voor leerkrachten om met mediawijsheid aan de slag te gaan in het primair onderwijs.
Stap voor stap wordt uitgelegd:
Het doel van een doorgaande lijn mediawijsheid is om het mediabewustzijn en mediavaardig zijn te ontwikkelen bij kinderen, leerkrachten en ouders. Hiervoor zijn kennis over media, over de ontwikkeling van de leerlingen en kennis over inbedding van het aanbod mediawijsheid in het onderwijs noodzakelijk.
Binnen het onderwijs speelt continu de vraag welke kennis en vaardigheden van belang zijn om leerlingen voor te bereiden op een plek in de snel veranderende maatschappij om hen heen. SLO en Kennisnet ontwikkelden begin 2016 een nieuw, meer gedetailleerd model van de 21e eeuwse vaardigheden. Dit model omschrijft elf vaardigheden die leerlingen in hun latere leven nodig hebben. En die ze zich nu in het onderwijs eigen moeten maken.
Het nieuwe model voor 21e eeuwse vaardigheden bouwt voort op het oude, dat is ontwikkeld door Kennisnet. Een belangrijk verschil met het oorspronkelijke model is dat het onderwerp ‘digitale geletterdheid’ niet meer zelfstandig voorkomt. Het is uitgesplitst in de vier zelfstandige vaardigheden: ‘ICT-basisvaardigheden’, ‘mediawijsheid’, ‘informatievaardigheden’ en ‘computational thinking’. Mediawijsheid is dus een van de 21e eeuwse vaardigheden.
Uit het onderzoek Digitale geletterdheid en 21e eeuwse vaardigheden in het funderend onderwijs blijkt dat de 21e eeuwse vaardigheden nog weinig doelgericht en structureel aan bod komen in het huidige onderwijs. Remco Pijpers van Kennisnet: “Scholen zitten te springen om materiaal waarmee ze de 21e eeuwse vaardigheden een plaats kunnen geven in hun onderwijs.”
Digitale geletterdheid is noodzakelijk om goed te kunnen functioneren in de huidige maatschappij, zowel in een leer- als in een werkomgeving. Onder digitale geletterdheid vallen vier verschillende 21 eeuwse vaardigheden:
‘Het gaat bij digitale geletterdheid altijd om de
samenhang van deze digitale vaardigheden.’
In deze doorlopende leerlijn wordt ingezoomd op mediawijsheid als onderdeel van digitale geletterdheid. De titel Levenswijs Mediawijs! geeft de filosofie achter deze publicatie weer. De waarden voor gedrag die leerlingen meekrijgen van thuis en van school, zijn uiteindelijk ook de waarden die online gedrag bepalen. Onze overtuiging is dat een levenswijze leerling hierdoor ook op zal groeien tot een mediawijs mens.
Jongeren groeien op in een wereld waar het internet altijd heeft bestaan. Volwassenen gaan er daarom vaak vanuit dat jongeren nieuwe technieken automatisch begrijpen. Vanuit dit perspectief worden jongeren gezien als ‘digital natives’ ofwel ‘digitale autochtonen’, een term die in 2001 werd geïntroduceerd door Marc Prensky. Dit hoeft echter niet te betekenen dat alle jongeren zich bewust, kritisch en actief in het medialandschap kunnen voortbewegen, terwijl dit wel nodig is om te kunnen participeren in de huidige netwerksamenleving.
In onze ogen zijn jongeren minder goed geïnformeerd over de snelle technologische veranderingen en de vaardigheden die hierbij horen dan vaak gedacht wordt. Technologie heeft de manier waarop we samen werken en leven enorm veranderd.
Deze technologische ontwikkelingen zetten zich in de nabije toekomst nog sterker door.
Om jongeren hier goed op voor te bereiden is het van belang dat zij vaardiger worden in het omgaan met ICT, maar ook vertrouwd raken met andere vaardigheden (zoals communiceren, probleemoplossend vermogen en kritisch denken), de zogenaamde 21ste eeuwse vaardigheden. Deze vaardigheden zorgen ervoor dat jongeren de mogelijkheden van technologische ontwikkelingen op waarde kunnen schatten en hier kritisch over na kunnen denken. Het bewust leren omgaan met media leidt dan ook tot ‘digital natives’ in plaats van ‘digital naives’ (digitale naïevelingen).
Om jongeren in de huidige samenleving blijvend hun weg te kunnen laten vinden, is het belangrijk om hen digitaal geletterd te maken. Uit de Monitor Jeugd en Media van Kennisnet uit 2017, blijkt dat jongeren hun digitale vaardigheden met name opdoen in hun vrije tijd, bij hun vrienden en thuis. Leerlingen met lager opgeleide ouders krijgen van huis uit minder mee over digitale geletterdheid, dan leerlingen met hoger opgeleide ouders. De school draagt daar nu nauwelijks aan bij, zo blijkt. Je kunt als school niet alle verschillen wegnemen, maar je kunt wel meer doen. De maatschappij digitaliseert in rap tempo en dat vraagt steeds meer van alle burgers. Ook als vmbo'er moet je digitaal je belastingen kunnen invullen en weten waar je betrouwbare informatie vindt. Positief is dat digitale geletterdheid een vast onderdeel wordt het van het curriculum. Scholen gaan er dus werk van maken.
Kijk voor meer informatie op curriculum.nu
64% van de Nederlandse jongeren van 13 tot 18 jaar is niet mediawijs. (I&O Research, 2019)
De zusjes Marit (16) en Mirre Sellis (14) zijn vaak op internet te vinden.
Voor ‘leuke’ activiteiten, maar ook om dingen op te zoeken voor school. Sommige lastige kwesties of historische gebeurtenissen zijn nu eenmaal makkelijker te begrijpen als ze in beeld worden gebracht. Docenten zouden internet daarom veel vaker tijdens de lessen moeten inzetten, vinden de zusjes. “Maar dan moeten ze wel wat handiger worden"
bron: Kennisnet - Monitor jeugd en media 2017.
"Het is een nieuwe manier van digitaal aftasten. Het hoort bij deze tijd van WhatsAppen en Snapchat." Francien Regelink (-28 jaar-), schrijfster van het boek Francien laat je tieten nog eens zien. In haar boek vertelt ze over haar ervaring met sexting en de gevolgen ervan. Toen ze 15 jaar was, maakte zij een foto van haar borsten en stuurde dat aan de coolste jongen van de school, in de veronderstelling dat het 'for his eyes only' was. Daar dacht hij anders over.
We kennen tegenwoordig genoeg termen die bepaalde generaties beslaat: de babyboomers, de patatgeneratie, de Millennials en ‘generation Y’. Maar kinderen die geboren worden tussen 2010 en 2025, zullen behoren tot ‘Generation Alpha’.
Sociaal onderzoeker Mark McCrindle bedacht deze naam nadat het tijdsslot van de voorgaande generatie ‘Z’ bijna voorbij was. In de laatste generaties werd het Griekse alfabet aangehouden. Zo heette Millennials eigenlijk ook generatie X. Zodoende was het nu weer tijd voor het begin van het alfabet, Generation Alpha. Maar door de karakteristieken van deze generatie, kunnen ze ook omschreven worden als Gen A , Google Kids, Generation Glasses en Global Gen.
Deze nieuwe, nog steeds groeiende generatie, ontwikkelt bij geboorte al een digitale footprint. Veel Gen A kinderen hebben Millennials als ouders. Dat betekent dat zij al behoorlijk ‘digitaal savvy’ zijn. Steeds meer ouders creëren al social media accounts voor hun kinderen zodra ze geboren worden. Maar ook al is dit niet het geval; generatie Alpha zal opgroeien met smartphones, TV’s, iPads vanaf een zeer jonge leeftijd.
In het rapport ‘Inzicht in generatie Alpha’ van WIRED, wordt gesteld dat de volgende generatie jongeren op een ongekende manier zal worden blootgesteld aan technologie. Generatie Alpha zal op nieuwe manieren leren, spelen en op elkaar reageren. Zij worden geboren in een wereld met intelligente apparatuur; een wereld waarin alles met elkaar is verbonden en waarin fysieke en digitale omgevingen steeds meer dezelfde entiteit vormen. Technologieën die nieuw of ongebruikelijk waren voor eerdere generaties, vormen een normaal onderdeel van hun leven en bepalen hun ervaringen, houdingen en verwachtingen ten aanzien van de wereld. Sommige psychologen en neurowetenschappers denken zelfs dat hun manier van denken op bepaalde manieren afwijkt van die van vorige generaties.
De manier waarop technologie de geest van de jongste generatie precies verandert, blijft volgens WIRED onderwerp van een verhit debat. Alarmerende kreten hebben daarbij de overhand: door Google worden we dom, smartphones veranderen ons in zombies en Instagram maakt mensen narcistisch. Andere geluiden geven echter aan dat we dankzij technologie vaardigheden hebben gekregen die uitstijgen boven wat ooit mogelijk werd geacht, en dat het onze hersenen heeft verlost van monotone taken zodat we ons kunnen bezighouden met problemen van een hoger niveau. Hoe dan ook, één ding is duidelijk: technologie heeft niet alleen invloed op de manier waar Generatie Alpha de wereld ervaart; het maakt ook hen tot wie ze zijn.
Zijn deze jongeren wel zo handig met nieuwe media?
René Boender en Jos Ahlers, schreven in 2011 het boek ‘Generatie Z’. Hierin wordt de Generatie Z beschreven als een open wereldburger, met een grote handigheid in interactieve nieuwe media. Vier jaar later is er al veel meer bekend over hoe deze nieuwe generatie zich ontwikkelt, en rijst de vraag: zijn deze jongeren wel zo handig met nieuwe media?
Er groeit momenteel een generatie jongeren op voor wie de aanwezigheid van internet en digitale media vanzelfsprekend is. Een generatie die zich doorgaans vol vertrouwen in de online wereld beweegt, die zich nieuwe apps en trends razendsnel eigen maakt en met enige scepsis kijkt naar wat volwassenen hen nog bij kunnen brengen. Het aanleren van mediawijze vaardigheden gebeurt bij deze jongeren vaak spelenderwijs en in de vrije tijd: gewoon door te proberen. Toch wil dit niet zeggen dat deze jongeren per definitie zelfstandig en effectief met media kunnen omgaan.
Deze ‘digital natives’ doen veel verschillende dingen tegelijkertijd: WhatsAppen, muziek luisteren, huiswerk maken en chatten. Een andere naam voor de Generatie Z is dan ook Generatie M (multitasking). Er wordt vaak gedacht dat multitaskende jongeren hierdoor speciale vaardigheden ontwikkelen, zoals het goed kunnen filteren van irrelevante informatie. Dit beeld is echter al weer aan verandering onderhevig, aangezien uit onderzoek blijkt dat het puberbrein meer moeite heeft met multitasken dan het volwassen brein. Zo zag psycholoog Paul Kirschner in zijn onderzoek dat studenten die tijdens het studeren vaak op Facebook zitten, duidelijk slechtere studieresultaten hadden. Hij denkt niet dat er digital natives bestaan. Het feit dat mensen handig zijn met moderne technologie, wil nog niet zeggen dat ze daar ook effectief mee kunnen omgaan. Hoogleraar Niels Taatgen onderzoekt ook wat er in het brein gebeurt als we multitasken. Hij laat zien dat we daar slecht in zijn: als we tegelijkertijd twee taken moeten doen waarbij we informatie moeten verwerken, raken de hersenen overbelast.
Jongeren en online gedrag
Volgens het onderzoek ‘Vanzelf Mediawijs? 2017’ van Mediawijzer.net is de mobiele telefoon voor de huidige generatie jongeren bijna een verlengstuk van het lichaam en deel van hun identiteit geworden. Het is hun ‘lifeline’ met de eigen wereld; voor contact (Whatsapp, Snapchat), ter lering en vermaak (YouTube) en om hun identiteit te vormen en uit te dragen (Instagram, Facebook). Dit maakt dat voor deze groep ‘media’ bijna synoniem is voor ‘social media’. Andere media lijken er nauwelijks toe te doen. Bijna driekwart (73%) van de jongeren vindt van zichzelf dat ze veel met de telefoon bezig zijn, en nemen hier maatregelen voor of geven toe dat ze dit eigenlijk wel zouden moeten doen!
Nationale Sociale Media onderzoek 2020
Ieder jaar houdt het onderzoeksbureau Newcom een grootschalige enquête onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. De belangrijkste resultaten op een rijtje:
WhatsHappy
De gratis les WhatsHappy van Kennisnet daagt leerlingen uit om – met elkaar –afspraken te maken over fatsoenlijke online omgangsvormen. De les richt zich specifiek op WhatsApp, maar kan in een klassikale discussie breder worden getrokken. Zo is WhatsHappy ook geschikt voor chats, fora, apps en websites.
WhatsHappy is bedoeld voor de bovenbouw van de basisschool en de onderbouw van de middelbare school.
Mediawijsheid is een breed begrip. Het gaat om het bewust en actief inzetten van alle beschikbare media - digitaal en analoog -, om de kwaliteit van het eigen leven te vergroten én ervoor te zorgen dat je optimaal kunt deelnemen aan de wereld om je heen. Bij mediawijsheid gaat het niet (alleen) om technische vaardigheden, maar vooral om competenties als informatieverwerking, begrip, zelfinzicht (reflectie) en het vermogen om mediaproblemen zelfstandig op te lossen of nieuwe creatieve toepassingen te ontwikkelen.
Mediawijsheid =
Het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld.
Om mediawijsheid te kunnen meten, formuleerde Netwerk Mediawijsheid al in 2012, het Competentiemodel Mediawijsheid. Inmiddels is er een nieuw model ontwikkeld wat voortbouwt op het model uit 2012.
Klik op afbeelding om uit te vergroten
Het Mediawijsheid Competentiemodel 2021:
Het competentiemodel is een vertaling van de definitie van mediawijsheid tot een toegankelijk model, bestaande uit vier hoofdgroepen: begrip, gebruik, communicatie en strategie. In deze doorgaande lijn mediawijsheid gebruiken we dezelfde hoofdgroepen waarbinnen de competenties beschreven worden.
Een competentie heeft drie componenten: kennis, vaardigheden en houding; bij elk van de mediawijsheidcompetenties zijn deze drie componenten in meer of mindere mate aanwezig.
De implementatie van een doorgaande lijn mediawijsheid op een school is een complexe onderwijskundige verandering. Daarom is het belangrijk dat de directie overtuigd is van het belang van mediawijsheid op de school. Daarnaast moet er draagkracht zijn bij de leerkrachten, zodat de invoering zowel bottom-up als top-down plaats vindt. De mediacoach (of een expert mediawijsheid) gaat voor de implementatie van mediawijsheid op school meestal in gesprek met de directeur en de ICT-er van de school. De ICT-er is vaak een goede gesprekspartner, omdat uit ervaring blijkt dat hij/ zij de meeste affiniteit heeft met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT en mediawijsheid. Het doel van beide partijen is uiteindelijk te komen tot een structurele aanpak van mediawijsheid binnen de school. Om dit doel te bereiken doorloopt de school samen met de mediacoach een aantal stappen die uiteindelijk leiden tot de basis van een doorgaande lijn mediawijsheid. Als de basis er ligt, kan de doorgaande lijn mediawijsheid verder vormgegeven worden en worden ingevuld. Let op: dit is maatwerk per school en sterk afhankelijk van de wensen en behoeften die de school heeft. Het doorlopen van de stappen vergt voor zowel de school als de mediacoach tijd. De meeste scholen gebruiken studiedagen of studie-uren om met dit onderwerp aan de slag te gaan, omdat dan het hele team compleet is.
Om dit doel te bereiken doorloopt de school samen met de mediacoach een aantal stappen die uiteindelijk leiden tot de basis van een doorgaande lijn mediawijsheid. Als de basis er ligt, kan de doorgaande lijn mediawijsheid verder vormgegeven worden en worden ingevuld. Let op: dit is maatwerk per school en sterk afhankelijk van de wensen en behoeften die de school heeft. Het doorlopen van de stappen vergt voor zowel de school als de mediacoach tijd. De meeste scholen gebruiken studiedagen of studie-uren om met dit onderwerp aan de slag te gaan, omdat dan het hele team compleet is.
Belangrijk is dat de hele school en directie achter deze visie staan. Vandaar dat het goed is om het hele schoolteam te laten meedenken
Door mediawijsheid een vaste plek in het onderwijs te geven zorgen we ervoor dat kinderen en jongeren hun kansen in de digitale wereld optimaal kunnen benutten. Zo worden ze uiteindelijk zelfredzame burgers die kritisch en actief mee kunnen doen in de samenleving. Maar hoe pak je dat aan? Allereerst is het belangrijk om de juiste route uit te stippelen. Deze route bestaat uit vijf bouwstenen die met elkaar in verbinding staan. Als startpunt is het belangrijk om te kijken waar jouw school op dit moment staat. Inventariseer per bouwsteen wat jouw school al doet. Dan zie je vanzelf waar het zwaartepunt ligt en waar je nog aan moet werken. Bepaal vervolgens waar je heen wilt gaan.
Waarom vind je mediawijsheid belangrijk op jouw school?
Hoe zou jij mediawijsheid het liefst zien op jouw school? Bijvoorbeeld: geïntegreerd in alle vakken, methode vervangend, als apart vak of af en toe als onderdeel van de les?
Bekijk de afbeelding hieronder. Welke competenties (begrip, gebruik, communicatie, strategie) vind je belangrijk?
Welke competenties ontbreken bij leerlingen?
Welke competenties ontbreken bij leerkrachten?
Wat is volgens jou de rol van de school op het gebied van mediawijsheid?
Denk ook na over onderdelen die misschien niet bij de rol van de school horen.
Voor welke doelgroep(en) wil je iets aan mediawijsheid doen op je school? Denk aan doelgroepen directie, leerkrachten, leerlingen, ouders etc.
Wat is de doelstelling die je voor de betreffende doelgroep wilt bereiken?
Bedenk voor elke doelgroep een activiteit die aan de doelstelling voldoet.
Cubiss heeft in opdracht van de Provincie Noord-Brabant en in samenwerking met de Brabantse bibliotheken en het onderwijs de doorlopende lijnen Mediawijsheid ontwikkeld. Bekijk de publicaties:
Samen wijs met media!
Hoe om te gaan met mediawijsheid bij de allerkleinsten.
Eigenwijs..? Mediawijs..!
Aanpak om mediawijsheid te implementeren in het primair onderwijs.
Leven Lang Mediawijs
Samen aan de slag met mediawijsheid in het mbo.
Mediawijsheid op de pabo.
Aandacht voor de media voor en door de leerkracht.
Knopvaardig is wat anders dan digitaal geletterd 2013
Digital Natives, Digital immigrants 2014
Mediawijsheid in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs 2014
Newcom Nationaal Social Media Onderzoek 2020
Deze publicatie is een initiatief vanuit het BNB-project Taal & Media voor Jeugd en Jongeren (2013-2015) en doorontwikkeld vanuit het project Vergroten Mediawijsheid dat Cubiss uitvoert in opdracht van de Provincie Noord-Brabant.
Auteurs: Mirjan Albers, Marieke Hezemans, Mickey Touwslager, Sophie Vijgen (Cubiss) Paul Pelle, mentor De Nieuwste School en eigenaar van Mentortijd
Redactie: Swaans Communicatie
Basis ontwerp en illustraties: Ingrid de Jong: Cubiss en ontwerpbureau Imageau
Creatie & techniek van deze publicatie: soul.builders
Mede mogelijk gemaakt door Provincie Noord-Brabant. Versie november 2020.